
Membraancompressoren worden meestal aangedreven door een elektromotor en een riem (veel huidige ontwerpen gebruiken directe aandrijfkoppelingen vanwege de bijbehorende veiligheidseisen). De riem drijft het op de krukas gemonteerde vliegwiel aan om te draaien, en de kruk drijft de drijfstang aan tot een heen-en-weergaande beweging. De drijfstang en de kruiskop zijn verbonden door een kruiskoppen, en de kruiskop beweegt heen en weer op het verzakkingssegment.

De hydraulische zuiger (zuigerstang) is aan de kruiskop gemonteerd. De zuiger wordt afgedicht door zuigerveren en beweegt heen en weer in een hydraulische cilinder. Elke beweging van de zuiger genereert een vast volume smeerolie, waardoor het membraan heen en weer beweegt. De smeerolie werkt in op het membraan en is dus feitelijk het samengeperste membraangas.

De belangrijkste functies van hydraulische olie in membraancompressoren zijn: het smeren van bewegende delen; het comprimeren van gas; het koelen. De smeeroliecirculatie begint bij het carter, waar het carterzitting-oliecarter zich bevindt. De smeerolie komt het inlaatfilter binnen en wordt meestal gekoeld door een watergekoelde koeler. De smeerolie komt vervolgens in de mechanische oliepomp terecht en wordt door het filter gefilterd. Vervolgens wordt de smeerolie in twee richtingen verdeeld: enerzijds om de lagers, drijfstangkoppen, enz. te smeren, en anderzijds om de compensatiepomp te bereiken, die de membraanbeweging aandrijft.

Plaatsingstijd: 6 mei 2022