• spandoek 8

Kent u het doel van het gebruiksmodel voor het compenseren van oliepompen die worden gebruikt in membraancompressoren?

Het gebruiksmodel biedt een compensatieoliepomp voor membraancompressoren met duidelijkere effecten, technische specificaties en voordelen.Hierna volgt een systematische beschrijving van de technische specificaties van dit gebruiksmodel.Uiteraard vormen de beschreven uitvoeringsvormen slechts een deel van de uitvoeringsvormen van dit gebruiksmodel, en niet allemaal.Volgens de uitvoeringsvormen in dit gebruiksmodel behoren alle andere implementatiemethoden verkregen door algemeen professioneel technisch personeel in de industrie zonder enige creatieve arbeid tot de reikwijdte van het onderhoud van dit gebruiksmodel.

Het gebruiksmodel biedt een compensatieoliepomp voor een membraancompressor, die een oliepomplichaam 1 omvat. De onderste flens van het oliepomplichaam 1 is verbonden met een olie-inlaatklep 2 en één zijde van het oliepomplichaam 1 is voorzien met een olie-inlaatgat 3. Het oliepomplichaam 1 aan de andere kant van het olie-inlaatgat 3 is uitgerust met een olie-afvoerklep 4, en het bovenste uiteinde van de olie-inlaatklep 2 is uitgerust met een olie-afvoerklep 4. De bovenrand van de olieafvoerklep 4 is verbonden met een plunjer 7 volgens de torsieveer 6;De zijkant van de olie-inlaatklep 2 is uitgerust met twee O-vormige afdichtringen 8, en een afdichtingspakking 9 is aangebracht tussen de bovenste poort van de olie-inlaatklep 2 en het interne trapoppervlak van het oliepomplichaam 1 voor afdichting.

47323d38d7afcf6cbf513337ab48114d0b1dcbff

Het bovenste uiteinde van het oliepomplichaam 1 is ook ingebed met een plunjerhuls 10, en de bovenkant van de plunjerhuls 10 is uitgerust met een plunjerpakking 11. De plunjerpakking 11 is kruislings verbonden met het oliepomplichaam 1 volgens de kruiskopbout 12;De plunjer 7 bevindt zich binnen de plunjerhuls 10, en kan vanuit de plunjerhuls 10 heen en weer worden bewogen. De J-vormige afdichtring 8 is gekozen tussen de plunjerhuls 10 en de plunjer 7 voor afdichting.

De onderste bout van inlaatklep 2 is verbonden met een klempakking 14. Het bovenstaande klemdeksel 14 wordt gebruikt om de olie-inlaatklep 2 vast te klemmen. Een tweede afdichtingspakking 15 is aangebracht tussen het klemdeksel 14 en de onderste poort van de oliepomp. lichaam 1. Het oliepomplichaam 1 is tevens uitgerust met een veerzitting 17, die zich tussen de olieafvoerklepaanslag 5 en de torsieveer 6 bevindt.

Olie komt binnen via het inlaatgat 3 tijdens de beweging van plunjer 7, en komt de capaciteitskamer 16 binnen aan het onderste uiteinde van plunjer 7, afhankelijk van de verschuiving van inlaatklep 2 en afvoerklep 4. Tijdens de neerwaartse verplaatsing van plunjer 7, de gecomprimeerde olie in de capaciteitskamer 16 wordt afgevoerd via de aftapklep 4;Wanneer de plunjer 7 zich in de opwaartse slag bevindt, staat de vierde versnelling van de olieafvoerklep in de open toestand en komt de gecomprimeerde olie de capaciteitskamer 16 binnen;Wanneer de plunjer 7 zich in de neerwaartse slag bevindt, wordt de vierde versnelling van de olieafvoerklep gesloten en wordt de compressorolie uit de capaciteitskamer 16 afgevoerd via de olieafvoerklep 4.

Als tijdens het olielekkageproces de druk te hoog is, bestaat de mogelijkheid van olielekkage, en de technische specificaties voor het plaatsen van afdichtingspakkingen op het bovenoppervlak van inlaatklep 2 kunnen op effectieve wijze onvoldoende olielekkage voorkomen.

Het gebruiksmodel is niet beperkt tot de bovenstaande implementatiemethoden.Algemene professionals in deze branche kunnen verschillende andere vormen van goederen verkrijgen die zijn geïnspireerd op het gebruiksmodel, maar ongeacht eventuele veranderingen in uiterlijk of structuur vallen alle technische specificaties die dezelfde of vergelijkbaar zijn met die waarvoor in deze aanvraag wordt aangevraagd, binnen de reikwijdte van de bescherming van dit gebruiksmodel.


Posttijd: 19 september 2023