Algemene beschrijving
1. Werkmedium, toepassing en kenmerken van de compressor
De ZW-1.0/16-24 ammoniakcompressor heeft een verticale zuigerconstructie en een eentrapscompressie. De compressor, het smeersysteem, de motor en de basisplaat zijn geïntegreerd, waardoor het benodigde oppervlak wordt verkleind, de investering wordt verlaagd, de bediening eenvoudig blijft en de klant maximaal economisch voordeel behaalt. De cilinder en pakking in de compressor zijn voorzien van olievrije smering om de zuiverheid van het werkmedium te garanderen. Het werkmedium in deze compressor is ammoniak en heeft vergelijkbare eigenschappen.
2. Werkingsprincipe
Tijdens het draaien wordt de roterende beweging met behulp van de krukas, drijfstang en kruiskop omgezet in een heen-en-weergaande beweging van de zuiger in de cilinder, waardoor het werkvolume op periodieke wijze verandert en de vier werkprocessen, namelijk zuigen, comprimeren, persen en expanderen, bereikt kunnen worden. Wanneer de zuiger van het externe dode punt naar het interne dode punt beweegt, wordt de gasinlaatklep geopend, wordt het mediumgas in de cilinder gevoerd en start de zuigwerking. Bij het bereiken van het interne dode punt is de zuigwerking voltooid. Wanneer de zuiger van het interne dode punt naar het externe dode punt beweegt, wordt het mediumgas gecomprimeerd. Wanneer de druk in de cilinder hoger is dan de tegendruk in de persleiding, wordt de persklep geopend, d.w.z. start de perswerking. Wanneer de zuiger het externe dode punt bereikt, is de perswerking voltooid. De zuiger beweegt weer van het externe dode punt naar het interne dode punt, waarbij het hogedrukgas in de cilinderruimte wordt geëxpandeerd. Wanneer de druk in de aanzuigleiding hoger is dan de gasdruk die in de cilinder wordt geëxpandeerd en de veerkracht van de gasinlaatklep overschrijdt, wordt de gasinlaat geopend. Tegelijkertijd wordt de expansie beëindigd en vindt er een werkende recycling in de compressor plaats.
3. Bedrijfsomgeving en -omstandigheden
Deze compressor moet op een hogere en veilige plaats worden gemonteerd, uit de buurt van brandhaarden, en moet worden geventileerd. Dit moet in overeenstemming zijn met de relevante regels en voorschriften voor veiligheid en brandbestrijding. Alle elektrische apparatuur moet van het type anti-explosie zijn en een goede aarding hebben. In de compressorruimte moet adequate en effectieve brandbestrijdingsapparatuur aanwezig zijn en alle leidingen en kleppen moeten goed zijn afgedicht. De compressor moet een bepaalde afstand tot andere installaties aanhouden. Controleer de lokale veiligheidsvoorschriften en bouwvoorschriften om er zeker van te zijn dat de installatie voldoet aan de lokale veiligheidsnormen.