• spandoek 8

Veel voorkomende fouten en oplossingen voor membraancompressoren

Membraancompressor als speciale compressor, het werkingsprincipe en de structuur ervan verschillen enorm van andere typen compressoren.Er zullen enkele unieke mislukkingen zijn.Sommige klanten die niet zo bekend zijn met de membraancompressor zullen zich dus zorgen maken: wat moet ik doen als er een storing optreedt?

Dit artikel introduceert voornamelijk membraancompressoren in het dagelijkse werkingsproces. Er zullen enkele veelvoorkomende fouten en oplossingen zijn.Weet het, u zult vrij zijn van zorgen.

1. De oliedruk in de cilinder is te laag, maar de gaspersdruk is normaal

1.1 Manometer is beschadigd of demper (onder manometer) is geblokkeerd.Kan de druk niet goed weergeven, moet de oliedrukmeter of demper vervangen.

1.2 De afsluitklep is niet goed gesloten.Draai de hendel van de afsluitklep vast en controleer of de olie uit de doorzichtige plastic buis loopt.Als er nog steeds olie wegloopt, vervang dan de afsluitklep.

1.3 Controleer en reinig de terugslagklep onder de manometer.Als het beschadigd is, vervang het dan.

19

2. De cilinderoliedruk is te laag en de gasafvoerdruk is ook te laag.

2.1 Carteroliepeil is te laag.Het oliepeil moet tussen de bovenste en onderste schaalverdeling worden gehouden.

2.2 Er zit gasrestlucht in de olie gemengd.Draai de hendel van de vergrendelklep tegen de klok in en kijk naar de doorzichtige plastic buis totdat er geen schuim meer stroomt.

2.3 De terugslagkleppen die op de oliecilinder en onder de oliedrukmeter zijn bevestigd, zijn niet goed afgedicht.Repareer of vervang ze.

2.4 Olie-overstroomklep werkt abnormaal.Klepzitting, klepkern of veerstoring.De defecte onderdelen moeten worden gerepareerd of vervangen;

20

2.5 Oliepomp werkt abnormaal.Wanneer de oliepomp normaal werkt, zijn er pulstrillingen voelbaar op de oliebuis.Indien dit niet het geval is, controleer dan eerst(1) of er restgas in de pomp zit door de ontluchtingspuntschroef los te draaien.(2) verwijder het einddeksel van het lager en controleer of de plunjer vastzit.Zo ja, verwijder deze en maak deze schoon totdat de plunjerstang vrij kan bewegen (3). Als er geen olie-uitlaat of olie-uitlaat maar geen druk is, controleer en reinig dan de olieaanzuig- en afvoerterugslagkleppen (4).controleer de speling tussen de plunjer en de huls, als de opening te groot is, vervang deze dan.

21

2.6 controleer de speling tussen de zuigerveer en de cilindervoering, als de opening te groot is, vervang deze dan.

3. De uitblaastemperatuur is te hoog

3.1 Drukverhouding is te groot (lage zuigdruk en hoge persdruk);

3.2 Het koeleffect is niet goed;Controleer het koelwaterdebiet en de temperatuur, of het koelkanaal verstopt of ernstig vervuild is, en reinig of bagger het koelkanaal.

4. Onvoldoende gasstroomsnelheid

4.1 De zuigdruk is te laag of het inlaatfilter is verstopt.Reinig het inlaatfilter of pas de zuigdruk aan;

4.2 Controleer de gasaanzuigklep en afvoer.Als ze vuil zijn, maak ze dan schoon. Als ze beschadigd zijn, vervang ze dan.

23

4.3 Controleer de membranen. Als er sprake is van ernstige vervorming of schade, vervang ze dan.

24

4.4 Cilinderoliedruk is laag. Stel de oliedruk af op de gewenste waarde.


Posttijd: 14-nov-2022